SV | En gij zult ze offeren voor het aangezicht des HEEREN; en de priesteren zullen zout daarop werpen, en zullen ze offeren [ten] brandoffer den HEERE. |
WLC | וְהִקְרַבְתָּ֖ם לִפְנֵ֣י יְהוָ֑ה וְהִשְׁלִ֨יכוּ הַכֹּהֲנִ֤ים עֲלֵיהֶם֙ מֶ֔לַח וְהֶעֱל֥וּ אֹותָ֛ם עֹלָ֖ה לַֽיהוָֽה׃ |
Trans. | wəhiqəraḇətām lifənê JHWH wəhišəlîḵû hakōhănîm ‘ălêhem melaḥ wəhe‘ĕlû ’wōṯām ‘ōlâ laJHWH: |
En gij zult ze offeren voor het aangezicht des HEEREN; en de priesteren zullen zout daarop werpen, en zullen ze offeren [ten] brandoffer den HEERE.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij zult ze offeren voor het aangezicht des HEEREN; en de priesteren zullen zout daarop werpen, en zullen ze offeren [ten] brandoffer den HEERE.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!